Ronald Vos is sinds 2014 voorzitter van korfbalclub De Weidevogels in Bleiswijk.
Ronald Vos is sinds 2014 voorzitter van korfbalclub De Weidevogels in Bleiswijk.
BLIK OP DORPSGENOTEN

Ronald Vos

Algemeen 309 keer gelezen

Ronald Vos, 52 jaar, is een geboren en getogen Bleiswijker. Zijn moeder is een echte Bleiswijkse, Ada Molenaar. Vader Co Vos kwam uit Deest. Hij was zeeman en schipper, met de taak van kapitein.

Ronald is qua beroep niet in de voetsporen van zijn vader getreden. En zijn twee oudere broers Jan en Gerco ook niet. Wel is Ronald een fervent zeiler. Dat doet hij nog. Beroepsmatig is Ronald in de techniek gaan werken. Hij werkt al 32 jaar bij Dräger in Zoetermeer, een bedrijf dat thuis is in allerhande hoogwaardige (adem)beschermings- en detectieproducten voor de medische wereld en voor de veiligheidswereld zoals de brandweer en industrie. Zeilen is voor hem afleiding, maar ook ‘de korfbal’, hoewel dat ook weer de nodige tijd en energie vergt. Ronald is sinds 2014 voorzitter van De Weidevogels, de enige korfbalclub van Lansingerland die gevestigd is in Bleiswijk.

“Bergschenhoek was misschien een betere en centralere plek geweest, maar er zaten destijds zo veel Bleiswijkers in de club dat daarheen verhuizen geen haalbare kaart was. We zitten hier nu prima op het sportpark. Zelfs in coronatijd staat de club er goed voor. We zijn financieel gezond, het ledental stijgt nog steeds licht en ondanks de beperkingen maken we er van wat er van te maken is”, aldus Ronald op vrijdagmiddag in de kantine waar hij de verwarming even wat hoger heeft gezet.

Ben je zelf ook altijd korfballer geweest?
Geweest ja. Ik ben op mijn achtste gaan korfballen en heb dat tot mijn 28ste gedaan. Bij alles wat ik doe ben ik behoorlijk fanatiek en prestatiegericht. Dus ook met korfballen. In die jaren heb ik ook andere dingen gedaan binnen de club: ben trainer geweest en heb in allerlei commissies gezeten: de toernooicommissie, de jeugdcommissie, de jubileumcommissie, van alles, totdat ze in 2014 een beroep op mij deden om voorzitter te worden.

Heb je daar meteen ja tegen gezegd?
Nee. Ik vroeg me af of ik daar wel de meest geschikte persoon voor was, ook in contacten met de gemeente en andere organisaties waar je mee te maken krijgt. Andere mensen zijn daar veel beter in qua opleiding. School was niet zo mijn ding. Ik ben pas toen ik was gaan werken allerlei gerichte opleidingen gaan doen.

Maar uiteindelijk heb je het toch gedaan. Geen spijt van?
Zeker niet. De Weidevogels is een heel enthousiaste club met rond de 230 leden waarvan er zo’n 180 actief korfballen. We zijn geen topclub maar je kunt hier wel goed leren korfballen. Echte talenten stromen vaak door naar hogere clubs. Wat ook leuk is: we hebben binnen de club twee mannen die op het hoogste niveau van Nederland fluiten. Bij De Weidevogels heerst een positieve sfeer. Heel veel mensen zijn bereid om hun schouders eronder te zetten. Binnen het bestuur maar ook vanuit allerlei commissies. We hebben de accommodatie de laatste jaren flink vernieuwd: de keuken, de bar, de kleedkamers. De gemeente zorgt voor de velden en regelt dat allemaal prima. Gelukkig hebben we ook heel veel enthousiaste sponsoren. Kijk, de steigerhouten tafels hier in de kantine dragen allemaal de naam van een sponsor. Dat is leuk toch.

Zijn er niet veel mensen gestopt?
Nee dat valt erg mee. Zowel bij de jeugd als bij de senioren blijft het ledental op peil. We kunnen door een flexibele aanpak straks zelfs een zevende seniorenteam laten spelen. Daar kunnen nog een paar mensen geplaatst worden, met name heren. Dus meld je aan. De flexibele aanpak houdt in dat mensen een wat lagere contributie betalen, als ze wat minder wedstrijden spelen dan een hele competitie. Daarmee spelen we ook in op de tendens dat mensen graag zelf willen bepalen wanneer ze sporten.

Zelf spelen doe je niet meer?
Nee dat heb ik vroeger gedaan. Vervolgens ben ik een tijd weg geweest en toen onze zoon Timo – die is nu vijftien – ging korfballen, ben ik weer bij de club betrokken geraakt. Het grappige is dat Timo nu niet alleen speelt maar ook van alles doet. Hij traint onder andere een jeugdteam.

En jouw sport is zeilen?
Dat is altijd wel mijn sport geweest. Het is heerlijk om op het water te zijn. En zeilen is ook een heel mooie bezigheid. Er zit veel in. Je moet de goede slag zien te vinden en altijd handelen naar vaak wisselende omstandigheden. Wat dat betreft is zeilen net het gewone leven. Je kunt een bepaald plan voor ogen hebben, maar als dat niet werkt dan moet je het over een andere boeg kunnen gooien. Ik ben ook een jaar of zestien lid geweest van de vrijwillige brandweer hier in Bleiswijk. Heb het zelfs tot bevelvoerder gebracht. Dan moet je onder stressvolle omstandigheden keuzes maken en in samenwerking met elkaar een klus zien te klaren. Soms werkt een bepaalde aanpak niet en dan moet je kunnen switchen naar een plan B. En als het te veel en te complex wordt voor één persoon, dan moet een ander bepaalde taken overnemen. Zo werkt het binnen een bedrijf en binnen een club ook. Het is ook grappig om te zien dat het beste team niet altijd uit de beste mensen bestaat maar uit de mensen die met elkaar het beste resultaat weten te bereiken.

Zeil je alleen of met een team?
Ik heb lang met anderen gezeild maar heb ik nu een bootje voor mezelf. Dat ligt in Reeuwijk op me te wachten. Door corona hebben we heel lang geen wedstrijden gehad. Ik hoop dat het deze zomer weer kan, zoals we na de zomervakantie ook weer echt kunnen gaan korfballen.

Je zei daarstraks: school was niet zo mijn ding. Hoe is je schoolloopbaan gegaan?
Ik zat hier op basisschool De Poort. Daarna op LTS De Brug in Zoetermeer. Vervolgens twee jaar MTS in Schiebroek, maar dat was geen succes. Ik ben relatief vroeg gaan werken. Eerst bij BE De Lier, daarna bij Buitendijk-Slaman; allebei bedrijven in de tuinbouwtechniek. Tussendoor ging ik in militaire dienst. Daar was ik koepel- en geschutsmonteur voor Leopardtanks. Was best een mooie tijd. Dienstplicht had toch ook zijn voordelen. Mensen uit allerlei lagen van de samenleving ontmoeten elkaar en moeten het samen zien te rooien. Ik denk dat in de huidige samenleving een van de grootste problemen is dat het directe sociale contact minder is. De communicatie gaat via allerlei verschillende kanalen op afstand – zoals mail en app - terwijl het directe fysieke contact altijd het beste is naar mijn idee. Vanuit sociaal oogpunt vind ik het persoonlijk belangrijk dat ieder mens iets voor de gemeenschap doet. Goed voor samenleving en individu.

En na dienst ben je bij Dräger in Zoetermeer gaan werken?
Klopt ja. Is nu alweer 32 jaar geleden. Ben doorgegroeid binnen het bedrijf en daarna nog avond-MTS gaan doen. Heb eerst in de techniek gewerkt en daarna steeds meer in de verkoop en de advisering. We hebben heel veel verschillende mooie producten voor allerlei toepassingen voor allerlei afnemers. Het is gewoon heel druk. Ben van nature ook niet iemand die snel nee zegt. Er kan altijd nog wel wat bij, maar daar moet ik dus mee uitkijken. Naast het werk en de korfbalclub zijn we thuis ook druk met mantelzorg. Mijn moeder is 93 en woont nog zelfstandig. Vereist best wat zorg en mijn vrouw Colinda doet mantelzorg voor haar vader die getroffen is door ALS.

Nog even terug naar het korfbal: hoe lang blijf je nog voorzitter van De Weidevogels?
Niet te lang meer. Ik zou het tien jaar doen, maar misschien wordt het wel wat korter. Ik wil in elk geval nog minimaal een jaar gewoon kunnen genieten van wat we hebben opgebouwd in zeven jaar. Met elkaar. Genieten betekent voor mij: zien dat het lekker draait. Dat kinderen heerlijk aan het korfballen zijn en dat de ouders blij zijn.

Verder nog plannen?
Nee niet echt. Nou ja, ooit zou ik wel ergens in een zuidelijk land bij een strand een appartementje willen hebben en daar rustig overwinteren. Wie wil dat niet? Voorlopig zijn we daar nog niet aan toe!

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant