
Janno vertelt over Red Panda Network, de organisatie in Nepal die Blijdorp ondersteunt.
Zoölogisch manager Janno Weerman
Berkel en Rodenrijs – Naast zijn werk in Diergaarde Blijdorp als zoölogisch manager, is Janno Weerman coördinator van het internationale fokprogramma van de kleine - of rode - panda’s en mag hij zich stamboekhouder noemen van deze bedreigde diersoort. “Het mooiste van dit werk vind ik dat wij steentje bijdragen aan natuurbescherming”, zegt Janno die regelmatig het natuurbeschermingsproject van de kleine panda’s in Nepal bezoekt om kennis uit te wisselen.
“Als je in de dierentuin naar de olifanten of de giraffen staat te kijken, draag je bij aan natuurbehoud ook al denk je daar niet meteen aan”, merkt Janno op. “Dieren in dierentuinen houden zonder dat daar een hoger doel achter zit, is niet de bedoeling. Daarom hebben wij overleg met meer dan vierhonderd grote en kleine dierentuinen in Europa over het op een gezonde manier in stand houden van een populatie en hoe we kunnen bijdragen aan natuurbescherming. Voor mij zijn dat de kleine panda’s. Daar hoort ook onderzoek in het land van herkomst bij, zoals ik dat voor deze diertjes doe in Nepal. Dat is een project waar je de lokale bevolking bij betrekt. De mensen daar zijn straatarm, hebben geen stromend water en elektriciteit en wij proberen ervoor te zorgen dat zij door hun hulp bij het beschermen van deze kleine panda’s en hun leefgebied, een betere levensstandaard krijgen.” Janno groeide op in Assen en wist altijd al dat hij met dieren wilde gaan werken. “Niet als dierenarts en ook niet met koeien, schapen en kippen, maar met de ‘wildlife’ dieren. Ik volgde de opleiding Diermanagement in Leeuwarden. De eerste stage deed ik bij de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen en voor twee andere stages ging ik naar Amerika. Ik onderzocht het gedrag van ijsberen en panda’s in de San Diego Zoo waar ik later ook afstudeerde met een onderzoek naar jachtluipaarden. De insteek was om te kijken óf en zo ja, in welke mate deze dieren in de dierentuin nog reageren op natuurlijke prooidieren en vijanden van de natuur. Ik kwam erachter dat er zoiets bestaat als een aangeboren vermogen bij de jachtluipaarden om de brul van een leeuw en de schreeuw van een antiloop als dreigend te ervaren, zelfs in een dierentuin.” Voor een baan als dierverzorger verhuisde Janno naar de randstad. “Ik kon aan de slag in Diergaarde Blijdorp en voelde mij er meteen thuis. Het Rotterdamse ‘aanpakken’ sprak mij aan en ik verzorgde de vogels, roof - en nachtdieren en de olifanten. Later werd ik hoofd dierverzorging. In die tijd maakte ik ook grote veranderingen in de dierentuin mee, zoals de bouw van het Oceanium en het creëren van grotere en natuurlijke verblijven voor de dieren.” Janno vervolgt: “Ik heb niet dagelijks met de dieren te maken, maar ik vind het fijn dat ik in deze functie iets meer in de melk te brokkelen heb met het oog op het beleid. Dat geeft voldoening. Ik heb gelukkig lang genoeg als dierverzorger gewerkt. Het mooie van dit werk is dat je mensen niet alleen een leuke dag bezorgt, maar ook een boodschap meegeeft over natuurbehoud.”
