Kees is een echte CVV Berkel-man. Hij is lid vanaf de oprichting op 9 maart 1961 en erelid sinds 2011.
Kees is een echte CVV Berkel-man. Hij is lid vanaf de oprichting op 9 maart 1961 en erelid sinds 2011.
BLIK OP DORPSGENOTEN

Kees Learbuch

Algemeen 379 keer gelezen

We hadden al eerder eens aan Kees Learbuch gevraagd of hij er iets voor voelde om acte de presence te geven in de rubriek Blik op Dorpsgenoten. Toen had Kees even geen tijd vanwege zijn werkzaamheden en bezigheden bij en voor zijn cluppie CVV Berkel, waar hij vanaf dag 1 lid van is.

Nu kon Kees moeilijk zeggen dat hij geen tijd had. Het voetballen ligt al maanden stil en Kees en zijn vrienden moeten de gezelligheid van de club al even missen door corona. Gelukkig heeft Kees genoeg andere bezigheden: fietsen op zijn e-bike, legpuzzels maken, naar het (blues)muziekprogramma van Johan Derksen luisteren of even afspreken met zijn vaste vrijgezellenvriendenclubje: Johan van Aalst, Ronald Lamens en Jeroen Stolk. Hoewel dat nu ook even niet gaat vanwege de coronaregels. Aan het eind van het gesprek vraag ik: wat ga je verder nog doen deze zaterdag Kees? “Straks kijk ik naar het veldrijden op televisie en vanavond ga ik bij de buren, Aad Bredius en Erica Wensveen, een spelletje monopoly doen. Gelukkig heb ik hele goede contacten met de buren. We lopen de deur niet bij elkaar plat maar als er wat is, dan zijn we er. Aad is timmerman en als er bij iets kapot is, repareert hij het zo even”, aldus Kees die sinds de jaren tachtig in een bovenwoning met twee lagen in de Nieuwstraat in Berkel woont. Boven de vroegere winkel van groenteboer Thijs Schippers. Eerst huurde Kees het en later kon hij het kopen. Voor 74.000 gulden. Intussen staat het voor 175.000 euro in de WOZ-boeken van de gemeente. “Ik woon hier heerlijk. Soms denk ik met het oog op de toekomst wel eens aan een woning met alles gelijkvloers, maar goed dat kan altijd nog”, aldus de 71 lentes tellende Kees. Hij is van 1949 en vierde in 2019 in de kantine van CVV Berkel zijn zeventigste verjaardag, samen met vriend Ronald Lamens die zestig werd. Cadeaus hoefden de mannen niet, zodat ze een mooi bedrag konden overmaken naar enkele goede doelen.

Ben je een geboren Berkelaar Kees?
Zeker, ik ben geboren hier in de Nieuwstraat, maar dan op nummer 19. Toen ik vier was zijn we verhuisd naar de Oranjestraat en later ben ik dus weer teruggekeerd in mijn geboortestraat.

En in Pijnacker vragen oudere mensen dan: en van wie ben jij er een?
Mijn vader was Simon Learbuch uit de Paradijslaan in Rotterdam. Hij was banketbakker en ging werken bij bakker Van der Breggen. De wielrenster Anna van der Breggen is trouwens een achternichtje van mij. Bij de bakkerij ontmoette mijn pa mijn latere moeder, Cornelia van der Breggen. Hun verkering was nog niet zo eenvoudig: mijn vader was katholiek en mijn moeder gereformeerd. Mijn vader heeft zich aangesloten bij de gereformeerde kerk en toen konden ze trouwen. Ik was thuis het enige kind. Intussen zijn mijn ouders overleden. Mijn vader is 72 geworden en mijn moeder uiteindelijk 97.

Hoe spreek je Learbuch nou precies uit?
Ik zeg ‘Lerbuuch’.’ Ler’ klinkt een beetje Engels en ‘buuch’ Duits. Van origine komt mijn familie uit Duitsland.

Jij bent zelf geen banketbakker geworden?
Nee, ik ben na de lagere school naar de MULO gegaan. Dat kun je een beetje vergelijken met wat nu de HAVO is. We hadden nog dertien examenvakken. Na de MULO ben ik op mijn zeventiende gaan werken bij Nationale Nederlanden in Rotterdam. Heb me daar altijd beziggehouden met de administratie van groepsverzekeringen. Toen ik 57,5 jaar was, heb ik gebruik kunnen maken van de Vermoeide Helden Regeling. Niet dat ik nou zo vermoeid was, maar door verschillende reorganisaties was het er niet heel veel leuker op geworden. Achteraf heb ik er geen dag spijt van dat ik van die regeling gebruik gemaakt heb. Qua secundaire arbeidsvoorwaarden heb ik altijd een uitstekende werkgever gehad.

Dus je bent al bijna vijftien jaar met pensioen?
Ja, een jaar of veertien alweer. En in die tijd heb ik me niet verveeld. Er is altijd genoeg te doen. Ook bij CVV Berkel waar ik al lid van ben vanaf de dag van de oprichting, 9 maart 1961. We bestaan dit jaar zestig jaar. Dat zou groots gevierd worden, maar het is allemaal al een jaar uitgesteld.

Dus CVV is echt jouw club?
Zeker weten. Het is altijd een gezellige dorpsclub geweest. Bij de oprichting waren er meteen wat jeugdelftallen en een stuk of drie vier seniorenteams. In het verleden was er best wel rivaliteit met TOGB. Dat was katholiek, dus daar mochten wij niet voetballen. Die geloofsstrijd speelde destijds nog heel erg. Gelukkig is dat allemaal minder geworden en gaan de clubs nu alweer heel lang heel goed met elkaar om. Er was vroeger meer rivaliteit, ook tussen dorpen. Berkel tegen Bergschenhoek of Nootdorp tegen Pijnacker.

Heb je zelf ooit gevochten Kees?
Nee, daar ben ik helemaal geen vent voor. Ik ben heel vredelievend, maar goed: ik heb het wel eens gezien en ik was er soms bij. Het hoorde er gewoon een beetje bij in die tijd. En het was meestal al snel weer over.

Hoe zie jij CVV Berkel als club?
We zijn een dorpsvereniging waar gezelligheid en presteren hand in hand gaan. CVV is geen club die spelers weghaalt bij andere clubs. We zijn een stabiele zaterdagtweedeklasser en dat zullen we ook blijven. Heel leuk is het ook dat we een heel grote vrouwenvoetbalafdeling hebben. Dat geeft toch een leuke gezellige sfeer binnen de club.

Hoe lang heb je zelf gevoetbald en wat heb je verder allemaal gedaan bij de club?
Voetballen was niet mijn grootste kwaliteit. Eigenlijk kon ik beter tafeltennissen. Heb ik ook nog een tijdje gedaan. Tot mijn 24ste heb ik gevoetbald en daarna ben ik jeugdleider geweest, grensrechter en gastheer. Ik heb de veldenkeuring gedaan en ben nog steeds wedstrijdsecretaris bij de senioren.
En achter de bar?
Nee dat is een van de weinige dingen die ik niet gedaan heb bij de club. Barwerk is niks voor mij. Dat is me te hectisch. Laat mij maar aan de andere kant van de bar staan of zitten!

Dus CVV is en blijft altijd je club!
Zonder meer. In 2011 hebben ze me tot erelid uitgeroepen, terwijl ik officieel nooit in het bestuur gezeten heb. Daar stond ik wel van te kijken. Maar goed, ik ben er best trots op. Erelid is niet zomaar iets!

Hoe kijk je vanuit je ervaringen tegen kerk en geloof aan?
Ik ben wel gelovig maar niet kerkgebonden. De kerk als instituut hoeft voor mij niet. Ik ga heus wel eens naar een kerkdienst, maar hoor dan wel graag een preek over het echte leven en niet een dogmatisch verhaal vanuit de bijbel. Al die strijd tussen die verschillende kerkgenootschappen en de afscheidingen: waar hebben we het over? Ik weet nog dat ik als jongen van een jaar of veertien op zondag bij TOGB liep en dat mijn vader dan kwam zeggen dat mijn moeder gezegd had dat ik naar huis moest voor tweede kerkdienst van die zondag.

Je bent altijd vrijgezel gebleven. Is dat een bewuste keuze of is het zo gelopen?
Ik heb in mijn jonge jaren wat gehad met een leuk meisje hier uit het dorp, maar ook toen was het geloof ofwel de kerk een belemmering. Zij is later gelukkig getrouwd en ik ben vrijgezel gebleven en dat is prima. Het is dus vooral gewoon zo gelopen. Ik heb een goed leven met een mooie vrienden- en kennissenkring en zelfs in deze coronatijd kan ik me best goed vermaken. Het is jammer dat het clubleven stilligt en dat de horeca dicht is. Een biertje drinken bij ‘t Vierkantje, een terrasje pakken bij Edelweiss, een broodje eten bij Annie of een mooi concert meemaken in De Doelen of ergens anders zit er even niet in, maar dat komt allemaal wel weer. Je moet je kunnen aanpassen aan de omstandigheden, vind ik.

Heb je zelf nog geen corona gehad?
Nee, en toen heel Lansingerland zich onlangs liet testen, bleek ik negatief en dat was voor mij positief! Ik voel wel dat ik geen twintig maar ben en ook geen zeventig meer, maar verder ben ik nog aardig gezond. (SO)

Kees houdt van blues en country. Hij stemt trouw af op het Rijnmond-muziekprogramma van Johan Derksen.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant