Joeke is niet meer in loondienst bij Diergaarde Blijdorp maar is nog volop met de materie bezig.
Joeke is niet meer in loondienst bij Diergaarde Blijdorp maar is nog volop met de materie bezig.
BLIK OP DORPSGENOTEN

Joeke Nijboer

Algemeen 467 keer gelezen

Het verhaal van Joeke Nijboer was er niet zo snel gekomen, als onze collega Andrea van der Houwen vorige week niet haar debuutcolumn gewijd had aan haar voorliefde voor Diergaarde Blijdorp waar haar vader als ‘fotograaf met de kleine olifant’ actief is geweest.

Spontaan stuurde Joeke Nijboer uit Bergschenhoek een mail naar de redactie over zijn liefde voor Blijdorp. Joeke heeft er van 1977 tot 2015 gewerkt en zich daar ontwikkeld tot de man van de diervoeding. In 2005 is hij zelfs gepromoveerd op het onderwerp diervoeding. De voormalige Fries Joeke Nijboer kan uren vertellen over zijn werk bij Blijdorp en allerlei interessante onderwerpen daaromheen. Sinds 2015 is hij niet meer in loondienst bij Blijdorp maar omdat hij de materie blijvend boeiend vindt, heeft hij na zijn vertrek zijn eigen adviesbureau opgericht: Nijboer Consultancy. Behalve op diervoeding is dat adviesbureau ook gericht op plaagdieren. Die vindt Joeke bijna net zo interessant als dierentuindieren. Een van zijn activiteiten is de redactie van een ‘plaagdierenblad’ voor de Benelux. Dat verschijnt in een oplage van 1800 twee keer per jaar en het heeft de passende naam: Pest Control News. De belangstelling voor dieren kreeg Joeke van huis uit mee. Zijn vader Jan was boer in het dorpje Siegerswoude bij Drachten. Voor hetzelfde geld was Joeke na een opleiding aan de Hogere Landbouwschool in Leeuwarden boer geworden. Hij vertelt met trots dat hij als jonge vent nog met Zeeuwse paarden heeft gewerkt. Zijn vader heeft tot 1974 het ploegen en allerlei ander boerenwerk met zeven stoere Zeeuwse paarden gedaan.

Je vertelt met enthousiasme over je herkomst!
Ja zeker. Ik heb een mooi jeugd gehad daar bij het drieprovinciënpunt tussen Friesland, Groningen en Drenthe. Het boerenleven was prachtig. We woonden echt midden op het platteland. Mijn moeder Trienke kwam nog net niet uit een plaggenhut en had in haar geboortedorp Bakkeveen veel armoede meegemaakt. Mijn vader had voor die tijd best een behoorlijke boerderij. Je hebt niet voor niets zo veel Zeeuwse paarden. Mijn oudere broer Yerke en ik vonden het prachtig. Ik herinner me ook nog dat wij ’s nachts vanuit onze slaapkamer de geluiden van de koeien en de paarden hoorden. De boerderij was niet water- en sneeuwdicht, dus in de winter kon het gebeuren dat je wakker werd met een laagje sneeuw op je bed.

Waarom ben je na die opleiding aan de Hogere Landbouwschool dan geen boer geworden?
Ik denk omdat ik toch iets meer wilde dan alleen maar bezig zijn met koeien als melk- en vleesfabriek. Hoe mooi ik het boerenleven ook vond, ik wilde toch iets meer van de wereld zien. En ik heb er ook helemaal geen spijt van hoe het gelopen is.

Je kwam op jeugdige leeftijd al bij Diergaarde Blijdorp terecht?
De dierverzorging daar sprak me erg aan. Er was een vacature en ik werd heel simpel aangenomen in 1977. De toenmalige directeur Dick van Dam dacht: een stevige boerenzoon die goed met zware balen hooi overweg kan, met ook nog eens een behoorlijke opleiding, kunnen we hier wel gebruiken. Hij vroeg me of ik het verschil tussen tarwe en gerst kon uitleggen. Toen het antwoord hem beviel, was ik aangenomen en vervolgens ben ik nooit meer weggegaan.

Wat maakte of maakt het dierentuinwerk nou zo boeiend?
Ten eerste de enorme afwisseling in het werk en de ongelooflijke variëteit in diersoorten. Toen ik er ging werken en de jaren erna waren er misschien wel vierduizend verschillende dieren te vinden in Diergaarde Blijdorp. Later is men anders gaan denken. Meer vanuit de behoeften en het welzijn van de dieren. Er kwam meer aandacht voor de leefvoorzieningen van de dieren en de ruimte die ze nodig hebben om zich prettig te voelen en zo veel mogelijk te leven zoals ze dat in de natuur ook zouden doen. Daardoor zijn er nu nog rond de 1200 verschillende soorten. Dat is ook nog heel veel.

Er zijn mensen die vinden dat de dierentuin anno 2021 niet meer kan. Hoe zie jij dat?
Ik zie dat heel anders. Natuurlijk wil iedereen dat dieren een zo natuurlijk mogelijk leven in het wild leiden, maar in de huidige wereld gaat dat niet vanzelf. Heel veel diersoorten dreigen uit te sterven en blijven alleen voor de wereld behouden door fokprogramma’s in dierentuinen. Heel veel onderzoek in dierentuinen is er op gericht om ook meer te weten te komen over hoe ze in het wild leven. Ik ben er van overtuigd dat in verreweg de meeste dierentuinen de dieren een goed en gelukkig leven leiden. Dierentuinen blijven in trek. Corona even buiten beschouwing gelaten komen er jaarlijks meer dan anderhalf miljoen bezoekers naar Diergaarde Blijdorp. Daarmee is Blijdorp in aantal bezoekers attractie nummer 3 van Nederland.

Wat vind jij nou zelf het mooiste dier?
Er zijn ontzettend veel mooie dieren en ze hebben allemaal hun eigenschappen. Een dier dat er bij mij uitspringt, is de okapi. Echt schitterende, mooie en lieve dieren met een fluweelzachte huid.

Maar qua onderzoek heb je je vooral op apen gericht?
Ja en dan vooral op langoeren. Het mooie is dat de talloze dierentuinen in de wereld steeds meer zijn gaan samenwerken om de voeding en de verzorging van bepaalde diersoorten te verbeteren. De uitwisseling van kennis en ervaring vind ik heel mooi. Zo ben ik nog steeds bezig met een programma voor vezelrijke voeding in de vorm van brokken. Met een bedrijf in Putten ben ik bezig om de distributie van diepgevroren bladeren Europabreed te organiseren.

Dus ondanks dat je 65 bent intussen, ben je nog druk bezig?
Ik ben geen man om stil te zitten en ik vind heel veel dingen leuk en boeiend. Cursussen en workshops organiseren over alle mogelijke plaagdieren is ook heel interessant. En behalve het tijdschrift Pest Control News waar ik veel voor doe, heb ik samen met anderen ook een paar boeken geschreven over onder meer diervoeding zoals het boek “Rauw Voer, Natuurlijk in de voerbak”. Op het gebied van plaagdieren is er van alles in ontwikkeling. Particulieren mogen vanaf 2023 bestrijdingsmiddelen om ratten en muizen te bestrijden niet meer gebruiken en dat betekent ook veel voor de 1400 gecertificeerde plaagdierbestrijders in Nederland.

Hoe lang woon je al in Bergschenhoek en wat doe je hier zoal?
Vanaf 1991 woon ik in Lansingerland. Eerst tijdelijk aan de Rotte en vanaf midden jaren negentig hier aan de Struisvaren in Bergschenhoek. Ik woon hier met mijn vrouw Rieneke Tintel die een eigen administratiekantoor heeft en met onze twee kinderen. Sjoerd is 24 en zit in de ict en Femke is 21 en wil verder in de veiligheidskunde. Rieneke is 25 procent Fries. Onze kinderen zijn dus 62,5 procent Fries! Het hier wonen bevalt goed. Mijn idee hierover is dat als je een leuk, gelukkig, gezond en nuttig leven hebt, dat je in principe overal lekker en prettig woont. Ik ben hier ook sportief actief: als penningmeester van schaakvereniging de 3-torens, als schaatser bij Schaats & Inline Lansingerland en als toerfietser. In 1986 heb ik meegedaan aan de Elfstedentocht. Willem Alexander zat toen vlak achter mij!

Dus het loopt allemaal lekker?
Ik zie het zo dat ik nu in de derde fase van mijn leven zit. Na een mooie jeugd en een heel boeiend werkleven vul ik nu de pensioentijd zo leuk mogelijk in. Het hoeft allemaal niet meer vandaag af maar het is nog wel heel leuk om met van alles bezig te zijn. Het welzijn van heel veel dieren en ook het welzijn van Diergaarde Blijdorp gaat me aan het hart. Door corona zijn de tijden zwaar maar het is mooi om te zien hoe veel mensen Blijdorp steunen. Mijn intentie is om fase 3 zo lang mogelijk te laten duren. Fase 4 is aftakelen tot de dood er op volgt. Laat dat maar zo lang mogelijk uitblijven. Mijn vader is 86 geworden en mijn moeder 95. Dus ga ik lekker door!
www.NijboerConsultancy.nl

De geboren Fries heeft met heel veel plezier 38 jaar bij Diergaarde Blijdorp gewerkt.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant