
Van klussen naar kunst
Klussen in huis, wat zou ik dat graag kunnen, ik ben gewoon niet handig. Nou denk ik dat meer mannen en vrouwen dat hebben, want je wordt nou eenmaal niet geboren met gereedschap en vakkennis in je knuisje. Dat hebben we allemaal moeten leren. Maar ik denk wel dat de een handiger is dan de ander. Toen wij dit huis gingen verbouwen was ik heel goed in het verzorgen van het eten en drinken, muren in de voorstrijk zetten, gaatjes vullen, kozijnen verven en de boel aanvegen aan het eind van de dag. Ook dat verliep niet altijd even handig want ik veegde zo de hulpstukken van de zevengatenzaag in de hoek. Maar het huis kwam af. Mijn lekkende badkamer heeft mij geleerd dat je niet zonder vakmensen kunt, dat geldt overigens ook voor de schilder van de buitenboel.
Dus na drie jaar geleden geconfronteerd te worden met een zo lek als een mandje zijnde badkamer werd het nu tijd voor de vakman. De badkamermeneer. Ik zeg expres meneer en noem hem geen badkamermannetje of erger nog, het badkamerboertje. Want ik heb zelf ook een gruwelijke hekel aan die verkleinwoordjes als ‘vrouwtje’ en ‘meisje’ en het doet afbreuk aan zijn kunsten. De badkamermeneer is vrij kort van stof, maar heel duidelijk. Zo toog ik op een avond, er was nog geen licht in de badkamer, naar binnen om te kijken hoe het ermee stond. Ik wilde een foto maken van het retegave nisje in de muur van de douche waarop de shampoos straks komen. Ik deed een stapje dichterbij en hoorde flotsj en tsshhh. Ik stapte achteruit en zag mijn voetstappen in de douchevloer staan. Gelijk belde ik de badkamermeneer: “Oh sorry, zal ik het gladstrijken met dit sponsje?”. Nee dus. Ik mocht wat gladstrijken met het plamuurmes. Ik appte trots de foto van het resultaat dat het weer perfect hersteld was. “Dat bepaal ik morgen zelf wel en ik neem rood-wit lint mee, kun je de badkamer niet meer in”, antwoordt hij, wel met een smiley.
Ik vraag nog vriendelijk of ik nu tegen mijn vriendinnen mag zeggen dat ‘we' de badkamer verbouwd hebben, maar hij schudt meewarig met zijn hoofd. Het is een pracht van een badkamer geworden, de mooiste kamer van het huis. Ik ga onze gesprekken missen, bij het afscheid zegt hij: "Zo, ik heb het één keer voorgedaan, de volgende kun je zelf.” Waar zal ik eens beginnen? En ik kijk voorzichtig naar de keuken.