Sinds tien jaar heeft hij zijn atelier bij De Watergang in Bleiswijk. Een groene oase temidden van bedrijvigheid.
Sinds tien jaar heeft hij zijn atelier bij De Watergang in Bleiswijk. Een groene oase temidden van bedrijvigheid.
BLIK OP DORPSGENOTEN

Stan Hill

Algemeen 867 keer gelezen

Als je nog nooit bij Kunst- en Cultuureiland De Watergang bent geweest, het kunstdomicilie van Stan Hill, en je weet ook niet precies wat je kunt verwachten, dan is de autorit erheen een beetje onzeker en spannend en vervolgens is de aankomst heel verrassend.

Je gaat bij Bleiswijk linksaf de A12 af en vervolgens weer linksaf, richting Prisma Bedrijvenpark. Je kunt het beste de Spiegeldijk aanhouden, heeft Stan gemaild, ook al is het adres de Klapachterweg. Vanuit de strakke bedrijvigheid met enorme bedrijfsgebouwen ben je ineens in de groene oase van De Watergang. Dat is een voormalige molen die rond 1950 werd getroffen door brand en daarna is uitgebouwd tot een dierenartspraktijk. Stan Hill heeft er sinds tien jaar zijn atelier. Hij was voor die tijd gevestigd in Schiedam en moest daar weg omdat het pand waar hij schilderde en beeldhouwde een andere bestemming kreeg. Via een vastgoedbeschermer die in opdracht werkt van het bedrijvenschap, kon Stan in 2010 De Watergang betrekken. Zijn grote droom is om er een kunstcentrum van te maken waar meerdere kunstenaars kunnen werken en waar ook exposities gehouden kunnen worden. Een parkeerterrein en een treinstation zijn nabij. Nu moet alleen de gemeente Lansingerland nog overtuigd raken van het mooie van de droom van Stan. “We hebben er al een stichting voor opgericht en de financiering om het geheel te verwerven is ook geregeld. Het gebiedje is een prachtige groene parel temidden van de omringende bedrijvigheid. Het heeft een oppervlakte van 3.400 meter en het biedt veel mogelijkheden als kunstcentrum. Het is prachtig dat je in zo’n modern strak ingericht en vrij kaal bedrijvengebied ineens zo’n groene parel binnenkomt. Het doet mij op zomerse dagen wel eens denken aan het huis dat ik vroeger in Indonesië had, op Bali, in de tijd dat ik veel heen en weer pendelde tussen Nederland en Indonesië.”

Je zit hier schitterend Stan, maar wel heel alleen. Is het niet een beetje eenzaam?
Eenzaam is het niet. Wel ben ik vaak alleen maar dat is juist wel prettig. Ik kan hier heerlijk werken als kunstenaar.

Dat je dat doet, is wel te zien. Wat een zee aan beelden en schilderijen! Heb je dat allemaal zelf gemaakt?
Ja, alles wat je ziet, heb ik in de loop van de jaren gemaakt. Van huis uit ben ik grafisch ontwerper. Een vriend van mijn vader had een reclamebureau en die kwam met de tip om de opleiding tot grafisch ontwerper te gaan doen. Het was een prima opleiding en voor mij een goede basis om me verder te ontwikkelen als kunstenaar. Heb eerst veel getekend en geschilderd en daarna ben ik ook beelden gaan maken. Eigenlijk heb van alles gedaan in mijn leven. Ook als producer in de theater- en televisiewereld heb ik allerlei programma’s gemaakt voor onder meer de TROS, de AVRO, TELEAC en andere opdrachtgevers. Ik heb een serie gemaakt over verzamelaars met als titel Het Pakhuis. Met Lonny Gerungan heb ik jaren lang het kookprogramma De Reistafel gemaakt. We reisden heel Indonesië door. De kracht van het programma was dat we van de ene naar de andere plek reisden en op allerlei plekken ook tekst en uitleg gaven over hoe bepaalde gewassen groeien en hoe je vruchten kunt toepassen in gerechten. Het was een combinatie van informatie en entertainment.
Wat zijn jouw roots?
Mijn vader Eddy Hillebrandt had Duitse roots en mijn moeder Elly Ruempol Hamer was van Joods-Portugese komaf. Hun voorouders waren er al een paar eeuwen, vandaar de Indische invloeden. Ik ben in 1949 in Padang op Sumatra in het toenmalige Nederlands-Indië geboren en toen ik twee was, zijn we met het gezin naar Nederland gegaan. Dat was in 1951. Mijn vader was in dienst van het KNIL, het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. De KNIL-lers moesten als eerste weg. We gingen in Utrecht wonen en daar ben ik opgegroeid. Ik heb een jongere broer, Lesley, en een zus, Hedy. Onze ouders gaven ons Engelse namen omdat ze eigenlijk van plan waren om vanuit Nederland naar Australië te emigreren. Daar is het nooit van gekomen. Mijn vader is vrij jong overleden, in 1957. Hij was pas 47 en overleed aan een herseninfarct. Mijn vader was best een artistieke man. Speelde bijvoorbeeld steelgitaar in bandjes. Mijn moeder was een stuk jonger en pas 35 toen mijn vader overleed. Zij is ook niet oud geworden en was zestig toen ze overleed.

Indië, ofwel Indonesië is altijd blijven trekken?
Via het televisiewerk ben ik in Indonesië terechtgekomen en ik kwam daar heel graag, maar feitelijk heb me ik altijd Europeaan en Nederlander gevoeld. Ik was misschien dan wel het enige Indootje in de klas maar dat was nooit een probleem. Wij zijn heel makkelijk tot Nederlanders geassimileerd. Discriminatie is nooit een probleem geweest. We deden gewoon met alles mee en hoorden er bij. Er zal heus wel eens Indo of iets in die geest tegen mij gezegd zijn, maar dat was helemaal geen punt. Weet je trouwens wat INDO betekent? In Nederland Door Omstandigheden.

Heb je zelf kinderen en kleinkinderen?
Zeker, ik heb twee dochters, Susan en Esther, en één zoon, Jeroen. Verder heb ik zes kleinkinderen en een leuke vriendin op enige afstand.

Je bent nu de zeventig net voorbij maar nog volop actief?
Zeker. Ik vind het leuk om nog met van alles bezig te zijn. Als kunstenaar maak ik nog van alles. Voel me nog goed gezond en energiek. Ik heb ook niet heel veel uren slaap nodig. De ideeën komen meestal net voor het slapen gaan en als ik dan wakker ben, ga ik snel aan de slag. De vroege morgen is mijn meest productieve periode van de dag. Vroeger heb ik op een behoorlijk niveau aan voetbal en atletiek gedaan. Met hardlopen was ik razendsnel. Ik doe het nu rustig aan, maar ben nog energiek en fit.

Wat doe je verder nog in de lokale kunst- en cultuurwereld in Lansingerland?
Ik ben een sociaal wezen en toen ik me tien jaar geleden hier vestigde, ben ik me al snel met van alles gaan bemoeien, onder meer met de Kunsttoer. Zo leer je meteen ook allerlei mensen kennen. Ik zit hier heerlijk in De Watergang maar ik ga ook graag de boer op. Voor RTV Lansingerland maak ik samen met Patrick van Uffelen het programma Kunstwerk, een korte documentaire over een kunstenaar. Deze week gaat het over de alternatieve Kunsttoer. Normaal is dat een rondtoer langs allerlei ateliers en expositieplekken van lokale kunstenaars maar door corona hebben we er nu een digitale rondtoer van gemaakt, met daarbij een expositie in jullie krant. Heel leuk!

Je hebt landelijk van alles gedaan voor televisie. Vind je een programma maken voor een lokale zender dan niet onder je niveau?
Helemaal niet juist. Het gaat niet om het gebied of de schaal; het gaat om de inhoud van wat je maakt. Ik vind het ontzettend inspirerend om van lokale kunstenaars een mooi portret te maken. Samen met Patrick. Dat is echt een topper die prachtig kan filmen en monteren. Vorige week hadden we de lokale kunstenaar Arthur Bernard, een man die echt aan de weg timmert, ook internationaal. Het is mooi om daar een goed item van te maken.

Je bent ook met theater bezig?
Ik heb altijd het een en ander met theater gedaan. Onder meer samengewerkt met Freek de Jonge. Nu ben ik betrokken bij de productie ‘Mijn oom uit Ambon’ van Joshua Timisela. Ben door de jaren heen veel met de Molukse kwestie bezig geweest. De kernboodschap van Joshua is dat je het in het leven uiteindelijk zelf moet doen en dat je dus zelf je kansen moet zien te grijpen.

En verder ben je druk om van De Watergang een mooi kunstcentrum te maken?
Zeker. Dat is een mooi project waar best veel tijd en energie in gaat zitten. We proberen de lokale politiek ervan te overtuigen dat het een prachtig project is, zowel voor kunstenaars als voor mensen die graag naar kunst komen kijken.

Stan is een veelzijdig kunstenaar.
Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant