Operationeel beheerder Hoogheemraadschap Delfland Piet Oudshoorn
AlgemeenLansingerland - “Als het water gaat stromen word ik blij”, zegt Piet Oudshoorn, nadat hij een verstopte duiker weer aan de praat krijgt. Zo’n storing oplossen geeft hem duidelijk veel voldoening maar ook de vrijheid die je hebt in deze baan maakt het werk voor Piet zo mooi. “Je moet je natuurlijk wel houden aan het peilbesluit en ervoor zorgen dat het goed gaat in jouw gebied.”
De kennis van water ging bij Piet als kleine jongen niet verder dan de breedte van de slootjes waarover hij met zijn vriendjes sprong rondom de boerderij aan de Oudeweg in Nootdorp - de huidige Dobbeplas - waar hij opgroeide. Het leek erop dat Piet tot zijn pensioen op een graafmachine of een tractor zou zitten. “Dat rijden op een trekker trok mij al vanaf jonge leeftijd aan, ik leerde het bij andere boeren uit de buurt. Ik sprong erop en reed er zo mee weg. Ik wilde graag gaan werken bij een loonbedrijf”, zegt Piet die inmiddels op de land- en tuinbouwschool in Delft zat. Hij vond een baan bij een aannemer in de wegenbouw en het grondverzet. “Het was hard werken maar dat waren we van huis uit gewend. Later kwam ik bij een groenvoorzieningsbedrijf. Op een gegeven moment werd ik erop geattendeerd dat er een machinist - ja zo heette dat vroeger - op een gemaal gevraagd werd en ik solliciteerde. Ik zei ‘s avonds tegen mijn vrouw: dat wordt niks want ik weet alles van wegen in de buurt, maar niets van het water. Toch werd ik aangenomen. De structuren van de loop van het water maakte ik mij snel eigen. Ik woonde immers in het gebied en zwierf er altijd rond. Ik wist ook wel iets van stuwtjes, dijken en kades vanwege onze boerderij en mijn vorige werk.” Negen van de tien keer loopt een dag van Piet niet zoals hij voor ogen had. “Maar dat maakt het nou juist zo leuk”, zegt hij. “Zoals nu, met de klacht van een boer over een verstopte duiker. Er was begroeiing in gekomen, dat gebeurt weleens als het riet aan de slootkant gemaaid is en er beplanting ‘op drift’ raakt. Als dit in de duiker blijft hangen loopt er dus geen water de polder in. Zoiets probeer ik altijd eerst zelf op te lossen. Lukt dat niet, dan pas komt er iemand ‘van buiten’.” Dit keer boekt Piet meteen resultaat. Hij port de duiker door met een lange slang. “Ik ben net een klein kind. Als het water weer stroomt ben ik blij, en: de boer is ook weer blij.” Even later is Piet al weer met de grasmaaier op pad. Eigenlijk is Piet zeven dagen bezig met water. “Als ik op mijn vrije dag een rondje fiets of wandel kijk ik onbewust naar het waterpeil, dat zit ‘erin gebakken’. Ook al is het in het werkgebied van een collega, pak ik gerust mijn telefoon om het te melden als er iets niet pluis is.” Wat Piet veel voldoening geeft is het overleggen met de gemeentes. Ook geeft Piet graag ‘lesjes’ over het water aan schoolkinderen, stagiairs en nieuwe collega’s.