Nest van eikenprocessierupsen aan de stam van een eik. (Foto: Annette Stolk)
Nest van eikenprocessierupsen aan de stam van een eik. (Foto: Annette Stolk)
NATUUR ONDER DE LOEP

Eikenprocessierupsen in Lansingerland

Algemeen 104 keer gelezen

Lansingerland - Deze zomer zijn er opvallend veel eikenprocessierupsen in Nederland. Ze zijn volop in het nieuws, omdat de brandharen van deze rupsen overlast veroorzaken. De eikenprocessierups is ook aangetroffen op diverse plekken in gemeente Lansingerland.

Zo’n dertig jaar geleden verschenen de eerste eikenprocessierupsen in Nederland. Aanvankelijk kwamen ze alleen in Brabant en Limburg voor, maar tegenwoordig kun je ze bijna in het hele land aantreffen. Eikenprocessierupsen zijn echte gezelligheidsdieren. Ze leven gezamenlijk in een tentje van spinsel dat ze meestal tegen de stam van een eik knutselen. Regelmatig verlaten ze de tent om met zijn allen eikenbladeren te eten. Daarbij lopen ze kop aan kont in een lange rij achter elkaar. Aan dit gedrag danken ze hun naam. Er zijn nog meer soorten processierupsen, maar die komen niet in Nederland voor. Voor zover ik weet zijn dit jaar voor het eerst nesten van eikenprocessierupsen in onze gemeente gevonden. Enkele weken geleden zag ik in het Bieslandse Bos een colonne rupsen een pad oversteken en recenter zag ik in de buurt van de Dobbeplas rood-witte linten rond bomen met rupsennesten. Het is aan te bevelen om uit de buurt van de nesten te blijven. De brandharen worden door de wind verspreid en zijn met het blote oog vrijwel onzichtbaar. Ze kunnen jeukende bulten, benauwdheid en oogirritatie opleveren. In lege nesten zitten brandharen die nog jarenlang intact blijven.

Nesten van eikenprocessierupsen die zich in de openbare ruimte bevinden kun je bij de gemeente melden. De gemeente heeft een particuliere bestrijder ingeschakeld, maar het is onmogelijk om alle rupsennesten te verwijderen. Onder natuurlijke omstandigheden zijn er parasieten, roofinsecten en vogels die de verschillende levensstadia van de eikenprocessierups aanvallen. Op dit moment zijn er blijkbaar te weinig natuurlijke vijanden in ons land om de rupsen in bedwang te houden. Als de rupsjes voor het eerst uit het ei komen hebben ze nog geen brandharen. Die krijgen ze pas na de vierde vervelling. In het boek ‘Insecten’ van de Franse natuuronderzoeker Jean Henri Fabre las ik een grappige anekdote over dennenprocessierupsen. In 1896 leidde Fabre in zijn tuin een colonne processierupsen naar de rand van een aarden pot. Toen ze daar in een kringetje rondliepen onderbrak hij de colonne, op zo’n manier dat elke rups zijn voorganger achterna liep. De colonne zonder leider liep acht dagen rond op de rand van de pot, totdat een rups van uitputting omlaag viel en zo de weg wees naar de vrijheid.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant