Astrid van den Bulk met haar boek.
Astrid van den Bulk met haar boek.

Astrid schrijft boek bijzonder afscheid

Algemeen 344 keer gelezen

Berkel en Rodenrijs - Het boek ‘En toch….’ dat Astrid van den Bulk schreef over de laatste tien dagen van haar moeders leven is niet zomaar een boek van een moeder en haar dochter. Astrid beschrijft hoe moeder Ann zelf het heft in handen nam met haar besluit om niet meer te eten en te drinken. Zij regisseerde weloverwogen haar eigen levenseinde.

Door Andrea van der Houwen

Met het boek hoopt Astrid een lans te breken voor mensen in een vergelijkbare situatie. “Ik wil aan andere ouderen laten zien dat je er gewoon over kan praten. Ik hoop ook dat het gelezen wordt door ministers en mensen die wetten maken. Het lijkt wel of je tegenwoordig niet meer dood mag”, mijmert Astrid die in haar boek schetst hoe het haar en haar familie verging nadat Ann haar stellige besluit had genomen. Astrid: “Mijn moeder, die alleenstaand was, hield niet van rituelen en ook niet van begrafenissen. Zij was een heel leuk en hip mens, maar ook apart.” Ann regelde al eerder een reanimatiepenning en een euthanasieverklaring maar toen zij op haar drieëntachtigste vond dat haar leven voltooid was, kon er geen sprake zijn van actieve levensbeëindiging omdat zij, behalve enkele kleine kwaaltjes, helemaal gezond was. Zij stond midden in het leven maar wilde volgens Astrid zelf beslissen over haar ‘laatste eindje’. “Het was haar eigen besluit. We konden op onze kop gaan staan maar ze hield voet bij stuk. Mijn moeder wilde niet wachten tot zij iets zou gaan mankeren”, zegt Astrid. Ann stopte van de ene op de andere dag met eten en drinken. Astrid: “Dat wij bij haar in huis aan het koken waren voor onszelf deerde haar niet. Wij dachten eerst ‘het gaat wel over’, maar dat was dus niet zo.” Die laatste tien dagen van haar leven had Ann al haar dierbaren om zich heen. “Eigenlijk is het iets heel moois als je zo uitgebreid afscheid kan nemen van je familie en vrienden. Tegelijkertijd vond ik het best heftig dat zij de geboorte van haar eerste achterkleinkind niet ging meemaken. Je kon je dat eigenlijk niet voorstellen. Ook zou ze mij niet als oma zien.” Astrid, wiens dochter zwanger was in deze periode, wilde het hele verhaal eigenlijk voor zichzelf opschrijven als een herinnering voor haar twee kinderen en (eerste) kleinkind. “Alsof het zo moest zijn kwam ik schrijfcoach Yvonne van der Kaaij tegen en door samen met haar de uitdaging aan te gaan is het boek er gekomen en ook officieel uitgegeven.”

Astrid wilde beslist geen boek met ‘ingewikkelde boekentaal’. “Het moest zo geschreven zijn dat het is alsof je mij hoort praten, ook al druk ik mij vaak nogal ‘duidelijk’ uit. Ze begint erbij te lachen. “Humor hoort er zeker bij, want ook mijn moeder had een groot gevoel voor humor. Het schrijven ging met een lach en een traan. Het duurde lang totdat ik de agenda’s van mijn moeder durfde in te kijken.” De cirkel is nu rond voor Astrid. “Er ligt een boek in de winkels met mijn naam en die van mijn moeder erop. Ik zie het als een eerbetoon aan haar want aangezien zij haar lichaam ter beschikking stelde van de wetenschap, was er geen uitvaart en geen grafsteen. Dit boek is daardoor een soort monument geworden.”

Te koop
Astrid bood het boek aan de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE), het Hospice Lansingerland en de afdeling medisch wetenschappelijk onderzoek en onderwijs van de Erasmus Universiteit aan.
Het is te koop bij de boekhandels Van Atten, Janneke en Primera of via avdbulk61@gmail.com. ISBN 978-94-6328-276-5.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant