Afbeelding
SPORTERS VAN DE WEEK

Langlaufers Matthijs en René Bunnik

Algemeen 274 keer gelezen

Lansingerland - Met nog zeven andere sportievelingen uit Pijnacker en Lansingerland deden Matthijs (33) en René Bunnik (31) zondag 3 maart mee aan de Vasaloppet, een langlauf’mars’ van negentig kilometer door besneeuwde bossen en velden in Zweden. Er deden 15.800 mensen mee en daarvan bereikten 12.500 de eindstreep.

De negen mannen uit onze regio kwamen allemaal binnen de tijd over de streep. Als eersten Bart van der Valk en Kurt Wubben na 10 uur en 2 minuten. Twee minuten na hen kwam René Bunnik over de streep als nummer 8.323. “Ik wist niet dat ze zo kort voor me zaten, anders had ik wel even een versnelling geplaatst en dan had ik ze er net voor de eindstreep nog even op gelegd.” Met deze wielerterm geeft René Bunnik wel aan dat hij en zijn broer Matthijs hun sporen vooral in het wielrennen hebben verdiend. Ze hebben serieus gekoerst maar rijden tegenwoordig vooral vossenjachten en trimmerswedstrijden. Matthijs kwam een aantal minuten later als nummer 9361 over de streep. De winnaar deed er overigens 4.38 uur over en de prins van Zweden ruim acht uur. Net als hun maten vinden de broers Bunnik het prachtig om met een clubje sportvrienden een sportieve uitdaging aan te gaan. Het idee van de Vasaloppet werd vorig jaar ‘geboren’ op de Weissensee waar Matthijs met Joost van der Lans, Dennie van Leeuwen en Bart van der Valk meedeed aan de 200 kilometer schaatswedstrijd. Negentig kilometer langlaufen is daar qua inspanning aardig mee te vergelijken. Er werd in de zomer van 2018 een groep van negen mensen gevormd die via een Duitse organisatie ‘een ticket’ voor deelname wisten te bemachtigen. Twee mensen vielen af en daarvoor in de plaats kwamen Kurt Wubben en Dennis van der Kleij die heel serieus met triathlonsport bezig is en misschien wel de fitste is van de hele groep van negen, zeggen de broers Bunnik. “Dennis was aan zijn hand geblesseerd geraakt en kon daardoor niet voluit gaan. Vanuit de triathlonsport is hij gewend alles te meten. Zo weet hij dat hij bij een hartslag van rond de 160 optimaal presteert bij een dergelijke afstand. Door die pijnlijke hand kwam hij niet verder dan 130. Daardoor overwoog hij na 30 kilometer te stoppen, totdat hij Joost van der Lans tegenkwam die meer op gevoel sport. Joost heeft hem er doorheen gesleept en in de laatste fase liep Dennis nog een half uur op Joost uit. Als ze een langlaufwedstrijd van 150 kilometer organiseren dan is Dennis zonder twijfel de sterkste van ons allemaal”, zegt Matthijs die tegenwoordig met echtgenote Liesbeth en hun kleine Jolijn van zeven weken in Pijnacker woont. René woont met partner Linda en zoontje River van tien maanden in Berkel. De sportieve broers kijken met veel plezier terug op het evenement. Alleen de start in het laatste ‘restvak’ was al spannend. “Wij waren nog een beetje foto’s aan het maken en hadden de ski’s nog niet onder toen het startsein gegeven werd”, zegt René. “We werden aan alle kanten gepasseerd maar konden toch snel van start. Het eerste deel ging bergop en was mentaal het zwaarst. Een nadeel was ook dat het was gaan sneeuwen en we wind tegen hadden. Het tweede deel gaat meer naar beneden en als je eenmaal over de helft bent, dan krijg je er meer moed op dat je het gaat halen. In het eerste deel hadden we allemaal wel onze pijntjes. Matthijs in zijn schouders en ik zelf in knieën en enkels. Je vraagt je dan wel af: ga ik dit halen?” Bij goed weer haakt tien procent af en bij slecht weer twintig procent. Des te knapper dat alle ‘amateurs’ uit het Oostland het hebben gehaald. Zonder veel ervaring maar wel met een gedegen voorbereiding. Vanaf september trainde een groot deel van de groep bij Joey Vitaal in Pijnacker. Qua sneeuw hebben de meeste vooraf net zo veel gelanglauft als tijdens de wedstrijd: negentig kilometer. Op de laatste dagen voor de start hebben ze de laatste achttien kilometer verkend en vooraf zijn ze nog een weekendje in Winterberg geweest waar ze in slechte sneeuw 36 kilometer hebben getraind. “De betere langlaufers werken vanuit hun romp en zetten vooral hun buikspieren aan het werk. Wij probeerden dat ook wel maar naarmate zo’n wedstrijd duurt, ga je toch je techniek meer en meer verwaarlozen en meer vanuit je armen en benen werken”, zegt Matthijs. De manier waarop maakt niet uit: ze hebben het gehaald en de broers Bunnik kijken met veel plezier terug op het perfect georganiseerde evenement. De slotvraag is: aan welk evenement gaan ze volgend jaar meedoen? De Styrkepröven wordt overwogen: een fietswedstrijd van 540 kilometer in zo’n 24 uur bij daglicht, van Trondheim naar Oslo tijdens Midzomernacht. Ook een Coast to Coast-fietshappening in Schotland is nog een optie.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant