Dit moet ‘m zijn,” zegt Dick van Stegeren. “De oorsprong van de Rotte.”
Dit moet ‘m zijn,” zegt Dick van Stegeren. “De oorsprong van de Rotte.”

Met de boswachter op zoek naar de oorsprong van de Rotte

Algemeen 380 keer gelezen

Bleiswijk – Af en toe hoor je er weleens iemand over praten en soms klinkt het zelfs een beetje mysterieus. ‘De oorsprong van de Rotte? Ja dat moet daar ergens zijn’, waarbij men vaag wijst in de richting van Moerkapelle. Weinig mensen weten hoe het echt zit. Er doen zelfs twee verhalen de ronde. Hart van Holland Lansingerland ging met boswachter Dick van Stegeren op zoek naar de oorsprong van de Rotte en het ware verhaal erachter.

Door Andrea van der Houwen

“Mijn kennis van de rivier de Rotte ging niet verder dan een liedje en een vaag besef dat Rotterdam haar naam te danken heeft aan deze rivier”, bekent Van Stegeren. Hij ging op zoek naar de geschiedenis, raadpleegde oudheidkundige verenigingen en las het boek ‘De Rotte – van Wilde Venen tot Wereldhaven’. Van Stegeren ontdekte dat de Rotte, nog voordat Rotterdam bestond en er nog veen gewonnen werd als brandstof, een veenrivier was die het overtollige water – “alsof je een spons uitkneep” - onder vrij verval naar de Nieuwe Maas voerde, tot waar nu de Oude Haven in Rotterdam ligt. “In die tijd was de loop van de Rotte nog het laagste punt in de wijde omtrek”, zegt Van Stegeren.

Door vervening en inklinking van de omliggende gronden is de Rotte boven het land uitgegroeid, hoog boven het maaiveld. Eigenlijk fungeert de Rotte nu nog steeds als bergplaats van overtollig water uit de omliggende polders. Een dam om de waterhuishouding rond de Rotte en de nieuwe maas onder controle te krijgen, heeft Rotterdam uiteindelijk haar naam gegeven, in combinatie met ‘Rot’ (verrotte veenplanten) en ‘A’ (water). Van Stegeren: “Alles wat wij in het Rottemerengebied om ons heen zien heeft ermee te maken. Dít is onze geschiedenis.”

Mysterieus
Voor uitleg over de oorsprong van de Rotte neemt Van Stegeren mij mee naar de ‘mysterieuze plek’ op de grens van Moerkapelle en Bleiswijk aan een dijkje waar twee afgestompte molens staan. Ten westen ligt de polder 140-morgen en aan de oostkant polder De Wilde Veenen, allemaal vroegere veenplassen die door molens leeggepompt zijn in de Rotte waardoor de rivier een afvoerkanaal voor polderwater werd, een ‘boezem’. Ineens begint daar, uit het niets, een smal watertje. Bijna niet te zien door het hoge riet. Het is niet meer dan anderhalve meter breed. De ernaast gelegen oude rietgedekte Wipmolen kreeg de naam ‘De Oorsprong’. Zou het dan toch waar zijn? Staan we hier bij een tastbaar stukje geschiedenis?

Het water in en rondom de Rotte waarvan wij allemaal op onze eigen wijze genieten zorgde volgens Van Stegeren in het verleden nogal eens voor problemen. “In de twaalfde eeuw begon de turfwinning en men ging maar door met graven, later zelfs tot onder het grondwaterpeil.” Er ontstonden enorme veenplassen. De Staten van Holland zetten ooit grote delen land onder water vanwege het ontzet van het de door de Spanjaarden belegerde Leiden. Tot overmaat van ramp overstroomde het gebied ook nog eens tijdens een zware storm. “De overheid en de bevolking zagen op tijd in dat vruchtbaar land voor mens en dier meer opleverde dan een waterplas met alle gevaren van dien”, zegt Van Stegeren. “De bewustwording was een feit en men begon met het droogmaken en het aanleggen van dijken. Het andere verhaal dat rondgaat over de oorsprong van de Rotte is gebaseerd op een oeroud riviertje, ‘De Oude Wilck’, dat vroeger zo’n vijf kilometer noordelijker stroomde bij Hazerswoude.” Beide verhalen klinken naar de mening van de boswachter aannemelijk. “Wie weet is het wel een combinatie van beide versies”, besluit Van Stegeren met een geheimzinnig lachje.

Stuur jouw foto
Mail de redactie
Meld een correctie

Uit de krant