De cijfers liegen niet: Lansingerland ís een slaapstad

Lansingerland - Zeg dat Lansingerland een slaapstad is, en negen van de tien keer hoor je protest. Want wie wil er nou in een slaapstad wonen, waar nooit eens wat gebeurt. Toch lijken de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek het beeld te bevestigen. Bijna driekwart van de Lansingerlandse beroepsbevolking verlaat ‘s morgens de gemeente om ergens anders aan de slag te gaan.

Door Willem van Altena

Om precies te zijn heeft 26,76 procent van de Lansingerlanders een baan binnen de gemeentegrenzen. Altijd nog een stuk beter dan buurgemeente Pijnacker-Nootdorp, waar dat percentage ligt op 17,27 procent. Zoetermeer -ook al een gemeente die vecht tegen het ‘slaapstad’-etiket- doet het niet veel beter: slechts 28,74 procent van de Zoetermeerders met een baan werkt in de eigen stad. 

Nog wat percentages van ‘thuiswerkers’ in regiogemeenten: Delft 38 procent, Zuidplas 23 procent, Waddinxveen 22 procent, Westland 53 procent.

Niet verrassend is dat veel mensen in de grote steden werken. In Den Haag werkt 54,18 procent van de beroepsbevolking in de stad, in Rotterdam is dat 54,65 procent en in Amsterdam zelfs 67,55 procent. Altijd nog veel minder dan de landelijke koploper Ameland, maar dat is niet zo verwonderlijk.

Gemeenten die bijna helemaal leeglopen zijn er ook. In Onderbanken (Zuid-Limburg) werkt maar 6 procent in de eigen gemeente.