Piet van der Burg is 77 maar onderneemt nog van alles: van het met bloemen versieren van het Sint-Pietersplein tot het organiseren van fietstochten.
Piet van der Burg is 77 maar onderneemt nog van alles: van het met bloemen versieren van het Sint-Pietersplein tot het organiseren van fietstochten.

Blik op Dorpsgenoten

Actueel 510 keer gelezen

Piet van der Burg en Marianne van der Burg-Lexmond zijn net een dagje terug van een negendaagse fietstocht met een groep van achttien personen door Nederland en België. Een zogeheten ‘novenenfietstocht’ die begon op de ochtend van Hemelvaartsdag en die eindigde op de vrijdag voor Pinksteren. In het woord ‘noveen’ zit het begrip ‘negen’. Met novenen wordt bedoeld: de negen dagen voorafgaand aan een groot christelijk feest. In dit geval Pinksteren.

Negen dagen van voorbereiding in de vorm van fietsen, maar ook bidden en zingen. ’s Morgens een kort schietgebedje met daarbij de vraag of het aub goed mag verlopen die dag en na terugkeer net voor of net na het eten een korte gebedsviering. Onder leiding van diaken Dick Vrijburg van de parochie Christus Koning waar Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland onder vallen.

Er deden dus achttien mensen uit de parochie mee aan de fietstocht die op verzoek van diaken Dick Vrijburg helemaal was uitgestippeld door Piet van der Burg die samen met zijn vrouw de nodige ervaring heeft met lange fietstochten. Ze zijn naar Barcelona en Rome geweest maar ook naar Santiago de Compostella. Ze hebben wel eens een Rondje Duitsland gedaan van 3.500 kilometer en binnenkort gaan ze op weg naar Stockholm, de hoofdstad van Zweden. Marianne en Piet rijden op een gewone fiets, dus zonder aandrijving. En dat terwijl Piet op 12 juli van dit jaar de leeftijd van 78 hoopt te bereiken.

Novenenfietstocht
Het kostte Piet veel tijd om de novenenfietstocht uit te stippelen, maar hij vond het heel leuk om te doen. Het doel was om in negen dagen zo ongeveer 700 kilometer te fietsen en daarbij zo veel mogelijk te overnachten in kloosters en abdijen. Piet raadpleegde daarvoor een boek waarin honderd kloosters worden genoemd en beschreven. Kloosters genoeg dus maar niet allemaal waren ze in de gelegenheid om een groep van achttien mensen te herbergen. Dus soms werd de toevlucht gezocht naar een gewoon hotel.

De tocht voerde dus door Nederland en België. De eerste overnachting was bij Breda. De volgend dag werd Ranst bij Antwerpen bereikt en vervolgens ging het richting Gent, Mechelen, Mol en Aarle-Rixtel en ook werd overnacht in Huissen bij Nijmegen en Utrecht, waar geen klooster te vinden was. Aldus Piet.

Alle deelnemers kijken terug op een prachtige trip. Allerlei verschillende mensen die met elkaar een harmonieuze eenheid vormde. Het was heel gezellig en waardevol, zo durft Piet namens de hele groep wel te zeggen. Eén keer brak er een ketting die met vereende krachten werd hersteld en één keer stak er een kind over met wie een van de fietsers gelukkig niet al te zwaar in botsing kwam. Verder is het allemaal perfect gelopen, onder uitstekende weersomstandigheden.

Piet en Marianne zijn in Berkel en omgeving vooral bekend vanwege de kwaliteitsbloemenwinkel die ze heel lang hebben gehad in de Wilhelminastraat en waarmee ze twaalf jaar terug zijn gestopt. Piet was en is een echte bloemsierkunstenaar zoals dat heet. Hij is een paar keer Nederlands kampioen geweest en ook Europees kampioen op het gebied van bloemsierkunst. Een echte creatieve kwaliteitsman die er altijd honderd procent voor ging en ook voor gaat, want hij is echt nog niet klaar met zijn werkzame leven.

Een paar jaar terug werd hij via via benaderd om het ‘opsieren’ van het Sint Pietersplein in Rome op Eerste Paasdag voor zijn rekening te nemen. Vorig jaar was dat voor het eerst en dit jaar opnieuw. Het is een enorme onderneming die Piet zomaar twee drie maanden voorbereidingstijd kost. Het maken van een ontwerp, het vinden van sponsoren en leveranciers van bloemen, de contacten met allerlei partijen en tenslotte in de Goede Week de uitvoering van het project. Op Witte Donderdag gaat Piet met een heel team, inclusief zijn vrouw en hun drie kinderen met aanhang, en diverse deskundige vakgenoten met een volle vrachtwagen met bloemen naar Rome om daar het plein aan te kleden. Het gaat om meer dan 10.000 kwaliteitsbloemen, allerlei soorten en kleuren. De bloemen moeten minimaal mooi blijven totdat de paus het Urbi et Orbi heeft uitgesprek op Eerste Paasdag rond 12.00 uur.

De Berkelaar vindt het best heel bijzonder dat hij zo lang na zijn pensionering is uitverkoren voor deze taak, die hij voor onbepaalde tijd ten uitvoer mag brengen. Ze hebben zelfs gezegd dat Piet te zijner tijd zijn eigen opvolger of opvolgster mag aanwijzen. Dat mag de paus zelf niet eens! Piet laat een foto zien waarop de paus hem met twee handen de handen schudt. “Dat is natuurlijk geweldig om mee te maken. De paus is een hele warme persoon. Hij kijkt je recht in de ogen aan. Ik spreek een heel klein beetje Italiaans, dus ik heb tegen de paus gezegd dat alle bloemen een cadeau voor hem waren. Vond-ie mooi zo te zien.”

Het Vaticaan laat de invulling en uitwerking van de bloemenaankleding van het plein helemaal aan Piet en zijn mensen over. “Het enige waar ze zich druk om maken dat is de veiligheid. Er moeten geen gekke dingen kunnen gebeuren door de bloemen. Verder vinden ze alles mooi!”

Het Vaticaan Paasproject sluit heel goed aan bij het werk dat Piet en Marianne altijd vanuit hun Berkelse zaak gedaan hebben. Piet heeft overal en nergens in binnen- en buitenland mooie projecten mogen en kunnen uitvoeren. Dat hij een beetje Italiaans spreekt, komt omdat hij in Italië een klant had die hem net als het Vaticaan de vrije hand gaf om iets naar eigen idee te ontwerpen en uit te voeren.

Dat Piet zijn talen spreekt heeft ook te maken met zijn ‘seminarieverleden’. Twee broers van zijn vader Piet waren priester en Piet had eerst ook plannen in die richting. Vanaf zijn twaalfde tot zijn achttiende zat hij op diverse seminaries. Qua onderwijsniveau was het te vergelijken met het gymnasium. Dus ook al is Piet geen priester geworden, hij heeft van de studie de vruchten geplukt en is altijd gelovig gebleven. Piet wist eigenlijk niet veel bloemen, toen hij er rond 1967 in rolde vanwege de gezondheid van zijn vader. Ze dachten dat vader Piet misschien aan TBC leed, maar het waren achteraf littekens op de longen als gevolg van pleuritis. Zijn vader was dus alweer snel terug, maar zoon Piet nam al snel de zaak definitief over, samen met echtgenote Marianne die altijd de winkel runde als Piet op pad was in binnen- of buitenland. Het plan om naar de kunstacademie te gaan, ging toen niet door. Later werd Piet wel een verdienstelijk beeldend kunstenaar die her en der ook exposeert. Piet vertelt nog dat hij niet van Berkelse Burgentakken afstamt. Zijn grootvader Jan was slager in de Atjehstraat in Den Haag, maar vanwege zijn longen kreeg hij het advies om in een dorp te gaan wonen. En dat werd dus de Anjerdreef in Rodenrijs waar opa een boerderijtje liet bouwen. Vader Piet van der Burg kreeg met zijn vrouw Ploon van den IJssel zes kinderen, vier meiden en twee jongens. Ze zijn er alle zes nog. Vader Piet was nog even kweker op de plek waar nu speeltuin De Kievit is en begon vervolgens een bloemenzaak.

Hard werken
Piet vertelt dat ze altijd hard hebben moeten werken, maar dat ze er altijd heel veel plezier in hadden. Ze stonden bekend als ‘niet goedkoop maar wel heel goed’. “Wij gingen altijd voor honderd procent topkwaliteit. Ik kocht ook altijd alleen maar goede spullen in waar de leveranciers ook een goede prijs voor konden rekenen. Met een goede wederzijds relatie kom je altijd het verst”, aldus Piet die ook bij de novenenfietstocht voor de honderd procent ging. “Ik probeer het allemaal zo goed mogelijk uit te dokteren, zodat we niet voor verrassingen komen te staan. Dat geldt ook voor het aankleden van het Pietersplein. Daar wil ik per se vakmensen bij hebben waar ik van op aan kan. Het moet heel snel worden opgebouwd en dus moeten mensen zelfstandig topwerk kunnen leveren. En dat doen ze”, aldus Piet die tot slot zegt dat bloemenvrouwen en -mannen op Eerste Paasdag op de eerste rij mogen zitten. En dat hebben ze dus ook verdiend.

Tussen Hemelvaart en Pinksteren was een groep van achttien mensen fietsend op pad, onder leiding van diaken Dick Vrijburg.

Uit de krant

Uit de krant