
Rekenkamer: Wmo-kosten blijven stijgen
Actueel 520 keer gelezenLansingerland - De kosten voor de Wet maatschappelijke ondersteuning groeien in Lansingerland sneller dan het landelijke gemiddelde en dat zal dat de komende jaren niet veranderen. De gemeente heeft maar beperkt mogelijkheden om deze kosten te in te dammen. De belangrijkste oorzaak is namelijk het groeiend aantal ouderen in de gemeente, concludeert de Rekenkamer in haar rapport ‘Zorg om kosten’.
Gemeenten zijn op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) verantwoordelijk voor het ondersteunen van kwetsbare inwoners zodat zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen en deel kunnen nemen aan de maatschappij. De gemeente biedt hiervoor onder andere maatwerkvoorzieningen aan als huishoudelijke hulp, vervoer of aanpassingen in de woning. Het aantal burgers dat via gemeenten gebruik maakt van Wmo-voorzieningen groeit, waardoor ook de kosten stijgen. In Lansingerland zijn de Wmo-uitgaven de afgelopen jaren nog sneller gestegen dan het landelijke gemiddelde. Tussen 2017 en 2021 zijn de kosten van de maatwerkvoorzieningen bijna verdubbeld. Dit heeft grote invloed op de gemeentebegroting. Daarom heeft de rekenkamer onderzocht of de gemeente goed kan inschatten hoe deze kosten zich in de toekomst zullen ontwikkelen. Ook keek de rekenkamer of Lansingerland zuiniger kan omgaan met de uitgaven aan Wmo-voorzieningen. De rekenkamer concludeert dat de kostenstijging in Lansingerland met name wordt veroorzaakt door een groei van het aantal ouderen in de gemeente. Bovendien maakt een steeds groter deel van de oudere inwoners gebruik van deze voorzieningen. Dit komt mede doordat de lagere eigen bijdrage sinds 2019, maar ook omdat ouderen steeds langer thuis blijven wonen. Omdat het aantal oudere inwoners in de periode tot 2035 nog verder zal toenemen, zullen ook de Wmo-kosten blijven stijgen. Hoewel de kosten sneller stijgen dan in de rest van Nederland, liggen de totale kosten per inwoner nog steeds een stuk lager dan het landelijk gemiddelde. Lansingerland is dus bezig met een inhaalslag. De rijksoverheid bepaalt de regels voor wie in aanmerking komt voor Wmo-maatwerkvoorzieningen. De gemeente heeft hier dus geen invloed op. Als de gemeente de kosten wil beperken, kan dit in de eerste plaats door kritisch te kijken naar de aanvragen. De rekenkamer concludeert dat de gemeente veel aandacht besteedt aan de hulpvraag van inwoners en pas een maatwerkvoorziening toekent als er geen andere oplossingen zijn. De tweede manier waarop de gemeente de kosten kan drukken, is door het aanbod te versoberen. Daarbij is het echter niet de bedoeling dat kwetsbare bewoners benadeeld worden. De rekenkamer stelt vast dat Lansingerland al een aantal kostenbesparende maatregelen heeft doorgevoerd, zoals verlaging van de tijd voor huishoudelijke hulp. Er zijn meer besparingsmogelijkheden die verder onderzocht kunnen worden, maar in vergelijking met andere gemeenten heeft Lansingerland geen grote besparingen laten liggen. De rekenkamer raadt de gemeente aan alert te blijven op nieuwe besparingsmogelijkheden, maar ook om altijd goed in de gaten te houden welke invloed besparingen hebben op de kwaliteit van zorg voor cliënten.